Innemen en optrompen van vlampijpen

Een stoomketel heeft een beperkte levensduur. Het kortst gaan de vlampijpen mee. Na 12 a 15 jaar zijn ze aan vernieuwing toe. Dat is ook niet zo vreemd omdat de vlampijpen een wanddikte hebben van rond de 3 mm. Dat is ook nodig om ervoor te zorgen dat er een maximale warmteoverdracht is van de hete rookgassen die binnen door de pijp stromen en het water wat aan de buitenkant van de pijpen staat. Je zou kunnen kiezen voor een wanddikte van zeg 10 mm, maar dan is uitrollen van de pijpen niet meer mogelijk en de warmte overdracht minder.
De vuurkist kan wel 30-40 jaar mee, de pijpplaat en de langsketel nog wel wat langer.
Tot in de jaren 60 van de vorige eeuw waren er tientallen bedrijven in Nederland die dit in opdracht konden uitvoeren. Die kennis is helaas vrijwel verloren gegaan en wij zagen het als een uitdaging om dit proces weer tot leven te brengen. Locomotiefwerkplaatsen bezitten de kennis van deze techniek zeker ook nog wel.

Op deze foto van onze stoomtractor zijn de pijpen al verwijderd. Je ziet door de gaten van de voorste pijpplaat ook de gaten in de vuurkist. In ons geval gebruiken we pijpen van 70 mm doorsnede, maar de gaten in de pijpplaat zijn 73 mm en in de vuurkist 63 mm. De pijpen zullen aan een kant dus moeten worden opgetrompt naar rond 72,5 mm en aan de andere kant ingenomen naar rond 62,5 mm. Zouden de gaten aan beide zijden 70,5 mm zijn geweest, dan krijg je de pijp er wel in, maar later bij de vervanging nooit weer uit. Overigens in het bijna altijd zo dat er aan een kant wordt opgetrompt en aan de andere kant de zaak passend is op de pijpmaat, dan hoeft er niet te worden ingenomen. Dat het bij onze machine wel zo is heeft te maken met de oververhitters.
Innemen van de vlampijp

De vlampijp staat in de draaibank die ongeveer 50 omwentelingen maakt. Met zuurstof, propaan en een heetstook brander wordt de pijp rood gloeiend gestookt. Als de zaak heet is wordt het rolletje, wat nu boven de pijp staat, naar beneden gedraaid en deze drukt de pijp gelijkmatig in elkaar.

De pijp wordt uit de draaibank gehaald en dan is heel duidelijk te zien dat het uiteinde flink is ingenomen over 50 mm. De pijpplaat is 15 mm dik, dus dat is voldoende. De kunst is de vlampijp heet genoeg te maken, maar niet te heet. Bij de juiste temperatuur blijft het oppervlak volkomen gaaf
Optrompen

Optrompen betekent dat de pijp een grotere diameter krijgt. Dat gaat het gemakkelijkst door de pijp heet te stoken en op een doorn te persen.

De doorn is afgedraaid op een diameter die er voor zorgt dat de pijp juist zoveel groter wordt als gewenst is. Dat moet wel geleidelijk, dus de doorn heeft ook nog een conische aanloop naar de gewenste diameter. Daarnaast is het het belangrijk dat de doorn een uiteinde heeft die precies in de pijp past. Dat uiteinde zorgt voor geleiding, zodat de zaak niet scheef gaat. De doorn wordt gemaakt van hoog koolstofstaal, maar niet zo hoogwaardig dat we het niet op onze draaibank kunnen bewerken. C35 of C40 komt in aanmerking.

Om de vlampijp op de doorn te persen gebruiken we een hydraulische cilinder en een pompje. Daarmee kunnen we zonder veel moeite of geweld de hete pijp op de doorn persen. De pijp weer losmaken van de doorn is nog wel een uitdaging, we hebben een klem gemaakt die in de pijp past en dan kan de pijp losgemaakt worden met een paar klappen met de hamer

Op dit moment (februari 2021) zijn we 64 vlampijpen aan het bewerken voor een derde partij. De maten in de pijpplaat zijn nog al verschillend, zodat we 3 verschillende doorns nodig hebben.
Het heeft ons best veel tijd gekost om deze op zich simpele techniek weer onder de knie te krijgen, maar we hebben er veel plezier aan beleeft.
Bekijk ook het filmpje dat we hebben gemaakt en waarop het gehele proces is te zien.